Planten & verplanten
Planten of verplanten is prima tijdens de herfstperiode. De grond is nog warm, dus planten hebben nog genoeg tijd om aan hun nieuwe plaats te wennen en nieuwe wortels te vormen. De toplaag losmaken en verrijken met organisch materiaal biedt de planten een goede start. Maak bij een boom met een grondboor een gat in de grond waarin u een steunpaal plaatst, liefst aan de zuidwestkant van de plant. Zorg voor het aanplanten, bij een te vaste wortelkluit, dat er voorzichtig wat wortels losgekrabt worden. Knip beschadigde wortelgedeeltes weg. Snoei wat takjes weg als er veel wortels beschadigd werden, zodat de verhouding wortel-takken terug optimaal is. Wortelkluit goed met water verzadigen. Maak een ruim plantvak, druk na planten de grond stevig aan en giet royaal. De grond vochtig (niet nat) houden tot u een duidelijke hergroei bemerkt. Hou het onkruid onder controle, ook tijdens een warmere winterperiode!