Zo maak je compost

Er zijn allerlei soorten vaten, korven, bakken... verkrijgbaar in de handel die kunnen dienen als compostbak. Er is altijd wel een systeem dat past bij jouw tuin(tje). Geef een composthoop liefst wanden (jute zakken, plastic zeil, hout, beton, gerecycleerd materiaal...) om vocht en warmte bij te houden. Een hoop die te droog is liefst bewateren.

Voor bodemdiertjes, schimmels, regenwormen... is het afval een puur festijn. Ze maken het afval steeds kleiner. Het stabiele eindresultaat, de compost, is donkerbruin tot zwart, kruimelig en heeft een aangename geur (bosgrond).

Compost is geen meststof maar zorgt voor meer humus in de grond, waardoor de structuur van de grond verbeterd wordt en het bodemleven geactiveerd wordt. Voedingsstoffen zullen niet zo snel weggespoeld worden en de grond zal minder snel uitdrogen (zandgrond) of beter bewerkbaar zijn (zware gronden).

Zo ga je te werk: meng bruin (dor) en groen materiaal in laagjes. Nooit een dik pak van eenzelfde materiaal. Heeft u een grote hoop van bv. gazonmaaisel, leg deze dan apart en voeg het materiaal geleidelijk aan de hoop toe. Je gebruikt voor gazonmaaisel liefst een bak of hoop, geen vat.

Wat mag er zoal opgegooid worden? Gazonmaaisel (kan ook lichtjes uitgestrooid worden als bodembedekking onder hogere planten; mulchen is ook een mogelijkheid), groenten/fruit, tuinplanten, kleine takjes, (dorre) bladeren, eenjarig onkruid (lieft zaadloos), stukjes karton.... eventueel lava- en basaltmeel (geen kalk).

Wortelonkruiden, onkruiden met zaad, zieke planten, gekookte etenswaren, behandelde schillen van citrusvruchten, aarde... horen niet op de composthoop.

Na enkele maanden de hoop omzetten, zodat alles wat aan de buitenzijde zat nu binnenin komt en de hoop luchtig blijft.

Je kunt de compost rond bomen aanbrengen, vermengen in het plantgat van planten, in de groententuin gebruiken...

De kringloop is gesloten!